Faire glisser vers la gauche ou la droite pour d’autres explications
Ferme JACOB / Hoeve JACOB
C’est un magnifique abreuvoir en pierre calcaire avec bords arrondis qui était devant le mur de l’église de Bourseigne-Neuve. Lors de la réparation de ce mur en 2016, l’idée a été de le déplacer et de l’installer devant la Ferme Jacob où un puits avait été découvert.
Une petite pompe actuelle y fut mise en place. Le système de pompage est actionné par un bras.
Une réserve d’eau est visible sous la taque présente à côté du bac. La pompe peut servir à pomper un peu d’eau. Cependant, l’eau n’y est pas potable. En 2024, la pompe a été réparée.
En 2024, la pompe a été réparée.
Een prachtige drinkbak in kalksteen met afgerondeboorden die zichoorspronklijk voor de kerkmuur in Bourseigne-Neuve bevond. Naar aanleiding van de herstelling van deze muur in 2016, ontstond de idee om deze te verplaatsen en te installeren voor de Hoeve Jacob waar men eerder een waterput ontdekte.
Een kleine nieuwe pomp werd opgebouwd. Men kan het pompsysteem met een arm in werking zetten.
Een waterreserve is zichtbaar onder de plaat aan de zijkant van de waterbak. De pomp kan men gebruiken om eenbeetje water op te pompen. Op dit moment is het geen drinkbaar water. De pomp is. In 2024 hersteld.
Moulin à tan ou à écorces / Tanninemolen of schorsmolen
Ce moulin date de la fin du 19e siècle et a cessé de fonctionner après la seconde guerre.
Des écorces, principalement de chêne, y étaient hachées puis moulues afin d’obtenir le tan (tanin), destiné à traiter les peaux d’animaux dans la tannerie voisine.
La roue hydraulique était actionnée par un bief principal alimenté par le ruisseau de Boiron.
Une vanne permettait de dévier le bief, en cascade, vers la Houille quand le moulin ne devait pas fonctionner. ( voir photo « Chute du Moulin » )
Un autre bief alimenté par la Houille et passant derrière le camping venait en gonfler le débit si nécessaire.
Après son passage sur la roue, l’eau repartait vers la Houille, par des conduits souterrains murés passant sous la route.
Deze molen dateert van het einde van de 19de eeuw en werkt niet meer sinds de tweede wereldoorlog.
Eerst verhakkelde men schors van voornamelijk eikenbomen die men nadien maalde om tannine te verkrijgen die men in de naastgelegen leerlooierij gebruikte om dierenhuiden te behandelen.
De belangrijkste waterloop werdvoorzien van water vanuit de Boiron-beek en zette het hydraulische rad in werking.
Een schot liet toe omde waterloop in een waterval naar d’Houille af te leiden op het moment dat de molen geen dienst deed.
Een andere waterloop voorzien van water vanuit de Houille en die achter de kampeerplaats liep, zorgde ervoor dat het debiet kon verhogen indien nodig.
Nadat het water het rad passeerde, liep het terug naar de Houille via stenen ondergrondse leidingen onder de straat door.
Abreuvoir au sol de Bourseigne-Vieille / Drenkplaats op grondgebied van Bourseigne-Vieille
Le panneau “ Vue d’antan “ montre que dans les années 1900, une pompe était à l’opposé du tuyau d’arrivée d’eau actuel. Cette pompe n’existe plus. L’abreuvoir actuel montre une biodiversité sauvegardée en étant un point d’eau important pour certains amphibiens insectes, oiseaux, etc.,
La carte ci-dessous reprenant les axes de ruissellement concentré qui traverse le village montre bien que cet abreuvoir à Bourseigne-Vieille a été construit sur le tracé naturel que l’eau emprunte préférentiellement.
Drenkplaats op grondgebied van Bourseigne-Vieille
Het paneel «Zicht van weleer» toont dat in de jaren 1900 een pomp zich bevond tegenover de buis waar heden ten dage het water aankomt. Deze pomp bestaat niet meer. De huidige drenkplaats zorgt voor een biodiversiteit die dankzij deze belangrijk waterpartij voor bepaalde amfibieën, insecten, vogels, enz. blijft bestaan.
De kaart hieronder laat de assen van de afvloeiing van het water zien. Deze assen doorkruisen het dorp. Op deze kaart is te zien dat de drenkplaats in Bourseigne-Vieille op het natuurlijk tracé dat het water bij voorkeur gebruikt, gebouwd is.
Abreuvoir rue de la Mairie à Louette-Saint-Denis / Waterbak Rue de la Mairie te Louette-Saint-Denis
Abreuvoir rectangulaire en pierre calcaire.
A celui-ci sont adjoints deux bacs en tôle galvanisée. Ils ne servent plus.
L’eau vient d’une source toute proche.
En 1976, année de sécheresse, les éleveurs de Louette-Saint-Denis qui se sont associés pour mettre en place deux bacs qui pouvaient ainsi subvenir aux besoins du bétail.
Actuellement malgré leur inutilité, la volonté de la commune de Gedinne est de les conserver. Une année de sécheresse surviendrait-elle dans un futur proche ?
Rechthoekige waterbak in kalksteen
Hieraan toegevoegd twee bakken in gegalvaniseerde golfplaten. Ze worden niet meer gebruikt.
Het water komt van een dichtbijgelegen bron.
In 1976, een jaar van uitzonderlijke droogte, zich om twee waterbakken te plaatsen om zo in de noden van het vee te voorzien.
De gemeente Gedinne wil deze bewaren voor de toekomst ondanks dat zij momenteel geen dienst meer hebben. Een uitzonderlijke droogte zal zich misschien in de toekomst opnieuw voordoen?
Abreuvoir au sol de Willerzie / Watervakingegraven te Willerzie
Abreuvoir de plan rectangulaire et enterré.
Il y a un creux sur le mur côté rue. Ceci indique l’utilité d’évacuation lors d’un trop-plein.
On observe la grille d’avaloir qui montre la canalisation d’évacuation. L’eau ne serait donc jamais déversée au pourtour du bac.
Juste en face sur l’autre côté étroit, on observe un tuyau noir d’arrivée d’eau.
La source viendrait de la ferme.
Rechthoekige.watervak en ingebed
Er is.een.inkeping in de boord aan de straatkant. Dit wijst op de mogelijkheid om het overtollige water af te voeren.
Men kan het rooster zien waaronder het overtollige water gekanaliseerd wordt. Daardoor loopt het water nooit over de randen van de waterbak.
Aan de overzijde kan men een zwarte buis met inkomend water waarnemen.
De bron ontspringt in de boerderij.
Lavoir rue de France à Louette-Saint-Pierre / Wasplaats Rue de France te Louetter-Saint-Pierre
Dès 1848, la commune cherche des sources.
En 1851, une distribution d’eau arrive aux fontaines.
Un lavoir composé de deux bacs existe dans le fond du village en berge droite du cours d’eau et proche de la route. Il est toujours alimenté par une source.
Il est construit en pierre et couvert d’ardoises.
En 1865, on trouve ce lavoir trop loin du village.
Les femmes vont laver à la Houillette tout près.
En 1901, on fait une nouvelle distribution.
Mais la distribution individuelle sera seulement adjugée en 1939, et effective en 1947.
Mr Maurice Nemry , Fontainier
Extrait du bulletin du CEHG Edition Spéciale Journées du Patrimoine n°17 Septembre 2000
Une rénovation et une mise en valeur de ce petit patrimoine pourrait être bénéfique d’un point de vue culturel et paysager.
Panneel over de wasplaats Rue de France te Louette-Saint-Pierre
Vanaf 1848, zoekt de gemeente achter bronnen.
Vanaf 1851 werd het water verdeeld via fonteinen.
Een wasplaats bestaande uit twee bakken bevond zich op het einde van het dorp op de rechteroevern van de waterloop en vlakbij de straat. Nog steeds voedt een bron deze wasplaats.
In 1865 vindt men deze wasplaats te ver van het dorp verwijderd.
De vrouwen gingen dan vlakbij in de Houilette wassen.
In1901 voorziet men een nieuwe verdeling.
De individuele waterverdeling wordt pas in 1939 goedgekeurd en zal pas in 1947 effectief in werking treden.
Le lavoir Béridjy / Wasplaats Béridjy
Ce lavoir était aussi appelé « Fontaine de Bérédjy » pour certains du nom du lieu dit « Bérédjy » Et pour d’autres « Fontaine des Malades » car l’eau y aurait eu des vertus « miraculeuses ».
La fontaine lavoir deBérégy (Bérédjy) sous la route de Winenne a été aménagée vers 1928 mais il y avait sans doute déjà une prise d’eau depuis plusieurs années. Assez mal placée, elle était d’accès difficile pour les laveuses vu que seul un petit sentier très pentu en permettait l’accès. Elle était alimentée par gravité par un puits situé à quelques mètres et ne dépendait pas de la distribution. Des analyses l’auraient d’abord jugée non potable. Ensuite, on l’appela même fontaine des Malades pour ses vertus « miraculeuses ». Le forgeron ZénobeFresson qui possédait des terres, allait chaque jour s’y ravitailler en eau fraîche qu’il trouvait curative !
Notons que la configuration du terrain a été modifiée avec la construction de la route. L’accès en était donc différent de ce qu’il est actuellement.
Source : CEHG Revue 18 B page 86
Deze wasplaats werd ook « Fontein van Bérédjy » genoemd, naar analogie naar de plaats met dezelfde naam, volgens sommigen. Anderen spreken van « Fontein van de zieken » omdat het water miraculeuze krachten zou bezitten.
De fontein wasplaats van Bérégy (Berédjy) beneden aan de weg naar Winenne werd ingericht rond 1928 maar er was zonder twijfel al een afname van water gedurende vele jaren. Zij was moeilijk bereikbaar voor de wasvrouwen omdat enkel een klein pad dat erg steil was toegang verleende tot de wasplaats. Zij werd gevoed door de zwaartekracht vanuit een put op enkele meters afstand en hing dus niet af van de verdeling van water. Analyses zouden oordelen dat het water niet drinkbaar is. Vervolgens noemde men de wasplaats zelfs “fontein van de zieken” vanwege zijn miraculeuze krachten. De smid Zénobe Fresson eigenaar van de gronden, ging zich elke dag met vers water bevoorraden waarvan hij vond dat het een curatieve werking had.
Noteer dat de configuratie van het terrein aangepast werd bij de aanleg van de straat. De moeilijke toegang van voorheen verschilt dus van de huidige toestand.
Bron CEHG Revue 18B blz. 86
Place du village de Vencimont / Place du Village te Vencimont
Regroupement de plusieurs éléments patrimoniaux de la Place du village de Vencimont
- La Forge se situait rue du Moulin
- Fin des années 70 elle a été déplacée à l’initiative du SI de Vencimont.
- Le Bac en pierre – La petite pompe – La grande pompe
- Début des années 80 ce fut la reconstruction le mur de soutènement de l’église a été rénové. Le bac en pierre ainsi que sa petite pompe qui se trouvaient devant l’église ont été replacés devant la forge.
- En 2024, la grande pompe provenant du haut du village (route de Vonêche) a remplacé cette petite pompe qui, elle, a été réinstallée près de l’abreuvoir de la grand-rue.
- En 1931, la Grande Pompe a été installée au lieu dit : « Noyssaux »
- En 1976, lors de la construction du village vacances par la Province et de l’installation de la distribution d’eau, la Grande Pompe devenue inutile fut placée comme « Emblême » devant le chalet d’accueil.
- En 2022, lors de la vente de ce village vacances, elle fut reprise par la commune de Gedinne.
- En 2024, le petit groupe des bénévoles réalisant l’inventaire du Petit Patrimoine Hydraulique décida de remettre cette belle grande pompe au centre du village.
- Malheureusement son recouvrement n’existait plus. Il a donc dû être commandé à la fonderie la plus proche : « Fonderie Ardennaise de Haybes ».
Herschikking van verschillende elementen uit het patrimonium op de Place du Village te Vencimont
- De smidse situeert zich in de Rue du Moulin
- Deze werd op het einde van de jaren ’70 van vorige eeuw verplaatst op iniatief van SI (inrichtend comté) van Vencimont.
- Stenen bak – kleine en grote pomp
- Begin de jaren ’80 van vorige eeuw renoveerde men de steunmuur van de kerk. De stenen waterbak met zijn kleine pomp, die zich voor de kerk bevonden, verplaatste men voor de smidse.
- In 2024 verplaatste men de grote pomp die zich boven het dorp bevond (Route de Vonêche). Deze verving het kleine exemplaar welke men verplaatste naar nabij de waterbak in de hoofdstraat.
- In 1931 werd de grote pomp geïnstalleerd op – zoals men deze plek ter plaatse noemt – Noyssaux.
- In 1976 bouwde de provincie een vakantiedorp en werd er een nieuwe waterverdeling geïnstalleerd. Daardoor werd de grote pomp overbodig en als herinnering voor het huidige onthaal geplaatst.
- Naar aanleiding van de verkoop van het vakantiedorp in 2022 kwam de pomp terug in het bezit van de gemeente Gedinne.
- In 2024 realiseerde een kleine groep vrijwilligers een inventaris van klein hydraulisch patrimonium. Naar aanleiding daarvan zette zij de grote pomp terug in het dorpscentrum.
- Spijtig bestond de oorspronkelijke bekleding niet meer. Deze moest daarom besteld worden bij de dichtstbijzijnde gieterij « Fonderie Ardennaise de Haybes »
Le lavoir de la Lorraine / De wasplaats van Larraine
Au temps les plus éloignés, la Houille servait bien le village de Vencimont ; Une grand epartie des ménagères allaient y laver leur linge ; Elles frottaient sur des grosses pierres placées à cet effet et étendaient leur lessive sur les près avoisinants. Le bétail venait aussi boire à la rivière.
Source : CEHG Revue 18 B page 85
Alphonse Besonhéde Vencimont, avait été nommé fontainier avant la guerre de 1914. Il était aussi maçon. On pense que c’est lui ou sa descendance qui construisit le lavoir couvert rue de la Lorraine vers 1930. Les eaux venaient du Gros Bois, passaient par le lavoir puis allaient rejoindre la Houille par l’ancienne gendarmerie. Auparavant, elles irriguaient encore les prés sous le village. En été il y avait des problèmes d’approvisionnement mais il était bien situé au bord du sentier² 25
Source : CEHG Revue 18 B page 86
Vers 1990, l’ensemble était en mauvais état et a fait l’objet d’une restauration. Des subsides avaient été sollicités dans le cadre de l’année des Fontaines.
In lang vervlogen tijden voorzag de Houille het dorp Vencimont reeds van water. Een groot deel van de huishoudens gingen daar hun linnen wassen. De vrouwen wreven hun linnen op de grote stenen die daarvoor geplaatst werden en spreiden hun was op de nabije weilanden uit. Ook het vee kwam drinken aan de rivier
Bron CEHG Revue 18 B blz. 85
Alphonse Besonhé uit Vencimont werd voor wereldoorlog van 1914 tot waterbeheerder benoemd. Hij was tevens ook metser. Men denkt dat hij of zijn afstammeling het was die deze overdekte wasplaats in de Rue de la Lorraine, bouwde rond 1930. Het water kwam vanuit het Grote Bos, liep via de wasplaats om vervolgens uit te monden in de Houille via de oude gendarmerie. Voorheen irrigeerde dit water de weilanden beneden in het dorp. In de zomer waren er bevoorrading problemen maar dit situeerde zich aan de rand van het pad.
Bron CEHG Revue 18B blz. 86
Rond 1990 bevond dit gebouw in slechte staat en vormde het onderwerp van een restauratie. Subsidies werden gevonden in het kader van het jaar van de fonteinen.